|
||||||||
|
De Brusselse Botanique wordt vanavond vergast op bezoek uit de hoogste Amerikaanse folk regionen. Het was al van 2018 geleden dat Alela Diane ons land vereerde met een passage, maar een schitterend nieuw album “Looking Glass” is een reden te meer om op bezoek te komen. Alela is zeer populair in Europa en we hebben het geluk haar te zien met de geweldige backing up band “The Hackles”, die als trio tevens een fantastisch roots en americana getint voorprogramma verzorgen, met zalige harmonische zangpartijen, begeleid op banjo, viool en gitaar. Alela heeft slechts budget voor acht concerten met deze band en de rest van de tournee wordt afgewerkt in duo met haar vriendin Mary Siou. De magische combinatie met “The Hackles” zorgt in ieder geval voor een onvergetelijke avond, gekleurd met inside jokes, mooie verhalen en de schitterende songs van Alela die nog wat extra pit krijgen, aangevuurd door dit aanstekelijk trio. We schrijven 2008 toen Alela Diane met haar engelenstem onze harten voor het eerst veroverde in de Botanique met haar debuut en succes plaat “The Pirates Gospel”. Ondertussen zijn we zes albums en meer dan veertien verder en is er op gebied van betovering niets veranderd. De jaartjes tellen natuurlijk op voor iedereen en ook Alela Diane mag zich ondertussen bijna een veertiger noemen. Ze grapt er trouwens over in de geweldig mooie cover van Sandy Denny’s “Who Knows Where The Time Goes”, een song die haar echt op het lijf geschreven staat. De set start logischerwijs met een reeks van songs uit haar prachtige nieuwe album “Looking Glass”, een album waar voor haar het verleden en het heden mooi versmelten. “Shine, Shine On” zingt ze in de liefdevolle opener “All The Light”, waar ze haar liefde aan haar naasten even sterk doorgeeft als het licht van de zon, in een song met een hoog Laura Veirs gehalte. Ook herinneringen aan haar jeugdjaren in het Californische Nevada spoken nog door haar hoofd als ze vertelt hoe ze in het geniep door haar ouderlijk huis liep dat te koop stond in “Dream River” en haar, nieuwsgierig spiedend naar jeugdherinneringen, confronteerde met een kinderlijke droom van een toekomst waarin alles mogelijk is, zoals in de voorganger “When We Believed”. De klarinet van Kati Claborn geeft een heerlijk dromerig aspect aan de song, net als in het romantisch traag walsende “Oh Love”, een nummer dat perfect in het repertoire van First Aid Kit zou passen. Voor de absolute hartenbreker van de avond, “Howling Wind”, schuift Alela aan achter de piano, een lied dat ze schreef terwijl een storm haar huis teisterde. Even emotioneel klinkt de opvolger “Strawberry Moon”, waar ze het verlies van dierbaren die veel te vroeg zijn heen gegaan. Ook de gouden oudjes komen aan bod en hierbij mag een solo-akoestisch “op gitaar “The Rifle” uit “The Pirates Gospel “de spits afbijten. Een akoestische gitaar die vanavond koppig blijft ontstemmen en wat op de zenuwen van Alela werkt. Haar folkie gitaartokkel in “Dry Grass & Shadows” deze pauzes snel vergeten samen met de schitterende samenzang van The Hackles, die dit nummer naar eenzame hoogten trekken met een frisse banjo tokkel van Kati Claborn, de snijdende viool van Halli Anderson en een Luke Ydstie die heftig aan de snaren van zijn double bass plukt alsof hij in een rockabilly band speelt. Het populairste en op spontaan gejuich onthaald nummer van de avond blijft echter het volop meegezongen en met handgeklap van een voltallige zaal ondersteund “The Pirates Gospel”. De regulier sluit teder af met de pianobalade “Ether & Wood”, waarna Alela Diane met het door de fans meest gescandeerde verzoeknummer, “Tired Feet”, solo op akoestische gitaar, de avond prachtig afsluit. Yvo Zels
|